top of page

Knack: Waarom we de aanhoudingstermijn voor terreurverdachten moeten verlengen


De aanslagen van 22 maart, nu één jaar geleden, waren ons 9/11. Sinds de gebeurtenissen in Brussel en Zaventem hebben we moeten leren leven met de militairen op straat, met de OCAD-dreigingsanalyses, met de betonblokken rond de kerstmarkten. De regering-Michel heeft de laatste twee jaar een uitgebreid pakket aan maatregelen genomen om terrorisme te bestraffen en - liefst- te voorkomen. Van een budgettaire injectie van 400 miljoen euro, over het afschaffen van anonieme prepaid-telefoonkaarten tot wetgeving die onze veiligheidsdiensten meer armslag moet geven. Bovendien engageert België zich met zijn F16's in de internationale coalitie die IS mee helpt bestrijden.

En met resultaat: het 'kalifaat' moest het afgelopen jaar steeds meer terrein prijsgeven, zowel in Irak als in Syrië. Maar de strijd is nog niet gestreden, zowel ginds als hier.

Zo moeten we dringend de duur van het aanhoudingsmandaat verlengen. Die staat nu nog op 24 uur. Een onderzoeksrechter moet dan beslissen of de verdachte al dan niet blijft aangehouden. Maar dat is niet meer van deze tijd. In de EU zijn we, samen met Roemenië, de enige die tot vandaag vasthouden aan die 24 uur. In de 21ste eeuw staan politiediensten vaak voor ingewikkelde onderzoeksdaden. Bovendien heeft een verdachte door de zogenaamde Salduz-wet vanaf het eerste verhoor recht op bijstand van een advocaat. Uiteraard spreekt dit voor de rechtstaat waarin wij leven, maar ondertussen tikken de uren weg... Die tijdsdruk zou wel eens een nefaste bijwerking kunnen hebben.

Tijdens hoorzittingen hebben we magistraten, advocaten en speurders van terreuronderzoeken gehoord in de commissie terreurbestrijding. Hun boodschap klonk unisono: deonderzoeksrechter moet voldoende de tijdkrijgen om alle aanwijzingen en sporen te checken en uit te pluizen. Het is duidelijk dat terreuronderzoeken vaak zeer complexe onderzoeken zijn met veel verdachten in, en vertakkingen naar, het buitenland. Het is in het belang van onze strijd tegen het terrorisme en in het belang van de verdachten dat er 72u wordt uitgetrokken voor dit onderzoek. Pas daarna kan de aanhouding van een verdachte al dan niet worden bevestigd en een gerechtelijk onderzoek van start gaan. We kunnen ons in zulke zaken geen procedurefouten veroorloven.

Grondwet

Er kunnen verschillende vormen bedacht worden om voor terreuronderzoeken de duur van het aanhoudingsmandaat op 72u te brengen: 72u als algemene regel invoeren voor alle zaken inclusief terreuronderzoeken is één mogelijkheid. Een andere optie is het invoeren van een algemene regel van 48u voor alle misdrijven en een verlenging via de procureur naar 72u enkel voor terreur-misdrijven. De beide pistes moeten natuurlijk ingeschreven worden in de Grondwet.

Zo'n uitbreiding vereist een grondwetswijziging van Artikel 12, dat de maximumtermijn stipuleert. Daar is een tweederdemeerderheid in het parlement voor nodig. Laat ons dus de partijpolitiek even achterwege laten; het is aan de meerderheidspartijen en de oppositie om het spelletje even niét te spelen. Dat is in het belang van ons aller veiligheid.

Verder moeten we volop blijven inzetten op de uitwisseling van informatie. In de strijd tegen terrorisme is intelligence cruciaal, of de terroristen nu behoren tot een georganiseerde groep dan wel lone wolves zijn. We moeten nog meer investeren in informatiegaring én -analyse, willen we de veiligheid van onze burgers zo goed mogelijk garanderen. Dat Salah Abdeslam, de overlevende dader van de aanslagen in Parijs, vier maanden onder de radar kon blijven in Molenbeek, bewijst dat een Europese inlichtingendienst hoogdringend is. Het feit dat strijders momenteel uit Syrië terugkeren, onderstreept die urgentie verder. Dit is geen pleidooi voor een zoveelste moloch die stikt in de eigen massa gegevens, maar voor een soepel en efficiënt samenwerkingsorgaan dat tijdig de relevant

Belangrijk aandachtspunt hierbij is natuurlijk dat de gegevens over burgers goed kunnen bewaard en beschermd worden. Deze informatie mag niet op straat belanden al dan niet via de media. Het gaat vaak om zeer persoonlijke en delicate informatie.

Let wel: terreurbestrijding mag geen vrijgeleide zijn om onze rechtsstaat en de democratie te ondergraven. Bij de uitwerking van de terreurwetten en maatregelen moeten we de afweging maken: veiligheid aan de ene kant en vrijheden aan de andere kant. Proportionaliteit lijkt hier het sleutelwoord te zijn.

De maatregelen mogen onze vrijheden niet meer aantasten dan nodig. Maar laat er geen misverstand over bestaan: sommige maatregelen zijn noodzakelijk om onze veiligheid te beschermen en de rechtsstaat te vrijwaren. In onze democratie is de scheiding der machten een belangrijke hoeksteen. Het parlement maakt de wetten, de regering past ze toe en de rechtbanken spreken sancties uit. Die drie controleren elkaar in een zeer precair evenwicht van checks en balances.

België is geen failed state. België zal dat ook niet worden. We gunnen de terroristen dat genoegen niet.

Veli Yüksel is lid van de terreurcommissie voor CD&V in de Kamer.

(Opiniestuk van Veli Yüksel dat op 17 maart 2017 in Knack verscheen)


bottom of page