Opinie: Daar is de dienstplicht weer!
Met de regelmaat van de klok wordt de idee van de dienstplicht weer van stal wordt gehaald. Een slecht idee, vindt federaal volksvertegenwoordiger Veli Yüksel (CD&V). De dienstplicht lost de problemen van defensie niet op.
Peiling
Twee op de drie Belgen zou voorstander zijn van een militaire dienstplicht in ons land. Dat blijkt uit een peiling van onder andere VTM onder zo’n 2.500 bevraagden. Hoe ouder de bevraagden, hoe groter het aantal voorstanders. Jongeren blijken zelf helemaal niet zo tuk te zijn op het voorstel. Diegenen die dat wel zijn, hebben vaak een vertekend beeld van het leger. Net zo vertekend als de nostalgie van de ouderen.
België is Zweden niet
Het voorstel van dienstplicht wordt vaak gebruikt als een deus ex machina voor het creëren van discipline bij de jongeren, als bezigheidsterapie bij grote jeugdwerkloosheid, of voor het kweken van burgerzin. Allemaal mooie deugden, maar dat zal een legerdienst vandaag in dit land niet afleveren. Nog los van het feit of het wel de functie van Defensie is om onze jongeren op te voeden of discipline bij te brengen.
In bijna alle West-Europese landen was de dienstplicht verdwenen na het einde van de Koude Oorlog. In eigen land besliste minister Leo Delcroix in 1992 tot de opschorting van de dienstplicht. Twee jaar later zwaaide de laatste lichting af.
In de argumentatie duikt het Zweedse voorbeeld vaak op. Dat land voerde vorig jaar opnieuw de dienstplicht in (nota bene zeven jaar nadat ze die had afgeschaft). Maar België is Zweden niet, dat zijn veiligheid bedreigd voelt door het nabije Rusland. In tegenstelling tot ons land is Zweden geen NAVO-bondgenoot. Zweden geniet dus niet de garantie van artikel 5 van de NAVO.
Binnen die defensie-organisatie moeten wij, als volwaardige bondgenoot, ons leger ten volle kunnen inzetten. En daarmee bedoel ik: ons leger van professionals.
Defensie geen vragende partij
Ook bij Defensie zitten ze immers allerminst te wachten op een instroom van te disciplineren burgers die een jaar “troep doen”. Defensie zet zijn capaciteit momenteel zo goed als mogelijk in voor buitenlandse operaties. Ik noem maar onze deelname aan de Internationale Coalitie tegen Daesh/IS de voorbije jaren, operatie “Sophia” tegen mensensmokkel op de Middellandse Zee, enz. De voorbije jaren stonden die operaties onder extra druk omwille van operatie “Vigilant Guardian” die omwille van de terreurdreiging was afgekondigd. Onze militairen hebben zich op schitterende wijze van die taken gekweten.
Ruim twintig jaar na de opschorting van de legerdienst is onze Krijgsmacht daar helemaal niet op voorbereid. Noch financieel (want miliciens willen soldij) noch logistiek (uitrusting, kledij, enz). En waar gaan we die rekruten inzetten? Toch niet in buitenlandse operaties?
We zetten koers naar een afgeslankt leger van 25.000 mensen in 2030; wie gaan we inzetten voor het screenen, opleiden, begeleiden en opvolgen van de dienstplichtigen?
En wat brengt ons dat op? Een wondermiddel is het niet: hoeveel personen zouden zich na hun dienstplicht daadwerkelijk inschakelen in de machine die defensie is? Bitter weinig, vrees ik. Idealen over de dienstplicht baden vaak in een zweem van nostalgie. Ik wil efficiëntie. Beter lijkt mij om in te zetten op het opbouwen van een pool reservisten: mensen die naast hun gewone werk in het burgerleven een aantal dagen per jaar actief is bij het leger. Die wisselwerking werkt overigens ook in de andere richting. Na een bepaalde leeftijd zouden militairen kunnen worden omgeschoold om een functie in het burgerleven op te nemen. De huidige gemiddelde leeftijd van onze militairen (40 jaar) ligt te hoog. Maar die mensen zijn verre van fin de carrière. In Duitsland investeerde men daarom in begeleidingsprogramma’s. Zowat elk groot bedrijf telt er omgeschoolde militairen.
In het licht van de grote pensioneringsgolf die binnenkort start, moeten we jonge professionals aantrekken die het leger van de 21ste eeuw kunnen vormgeven. Daartoe moet defensie ook een 21ste-eeuwse werkgever worden. De aantrekkelijkheid van de job moet worden verhoogd qua verloning, woon-werkverkeer, omscholingsmogelijkheden en pensioenvooruitzichten. Zeker voor die laatste is het debat omtrent zware beroepen een belangrijke noot om te kraken. Aantrekkelijke jobvoorwaarden zorgen ervoor dat mensen vrijwillig (en niet verplicht) voor de waarden van defensie kiezen.
Veli Yüksel (CD&V) is federaal volksvertegenwoordiger. Hij zetelt onder meer in de Kamercommissie voor de Landsverdediging. Onlangs publiceerde hij het boek “Veiligheid voor iedereen” (Polis, 2018).