"Militairen naar Syrië en parlement weet van niks: dat kán niet"
De Belgische militaire inlichtingendienst zou in 2016 zeker twee keer in het geheim naar Syrië zijn gereisd, vernam de VRT via bronnen binnen Defensie. Nochtans heeft minister Vandeput (N-VA) altijd gezegd dat er nooit 'boots on the ground' zijn geweest in Syrië. "Heeft hij zijn inlichtingendienst nog in de hand?", klinkt het.
De geheime dienst van het Belgisch leger wilde met Koerdische strijders in het noordoosten van Syrië onderhandelen over mogelijke samenwerking. Lokale contacten zijn handig, bijvoorbeeld om info te krijgen over terugkerende Syriëstrijders. Alleen: Vandeput heeft altijd verklaard dat er geen 'boots on the ground' zijn geweest in Syrië. "Ik bedoelde geen grote gevechtsoperaties", zegt hij. "Over geheime missies kon ik natuurlijk niks zeggen."
De grote vraag is echter of Vandeput vooraf op de hoogte was van die verkenningsopdrachten. Volgens bronnen wilde hij liever niet betrokken raken bij de missie en zou die daarom pas ná de operatie zijn goedgekeurd in de Nationale Veiligheidsraad. "Waarom hebben we dan een minister van Defensie?", vraagt sp.a-Kamerlid Dirk Van der Maelen zich af. "Iemand moet toch de eindverantwoordelijkheid nemen in dit land?" Ook Groen en CD&V zijn verontwaardigd. "Als militairen zoiets gevaarlijks ondernemen, moet dit toch gedekt zijn door de Veiligheidsraad?" zegt Veli Yüksel (CD&V). Dat het parlement dit nu pas hoort, terwijl er in de Kamer een speciale opvolgingscommissie is voor buitenlandse missies - achter gesloten deuren - vinden de parlementsleden onaanvaardbaar. "Dit is toch geen detail dat je achterwege kan laten?", aldus Yüksel. (ARA)
Lees het artikel in Het Laatste Nieuws